zondag 9 december 2007

25 jaar Herdenking Decembermoorden

Domme trots of diepe schaamte?

AMSTERDAM - Ik moet tot mijn schaamte bekennen dat het gisteren de eerste keer was dat ik een herdenking heb bijgewoond van de Decembermoorden. Nu ik ruim tien jaar in Suriname heb mogen ervaren hoe met name die bloedige nacht van 8 op 9 december 1982 het land politiek uiteenscheurt en daarmee sociaal-economisch afremt, kon ik er natuurlijk niet meer om heen. Bovendien is het dit jaar precies 25 jaar geleden. Komt bij dat het Decemberproces eindelijk van start is gegaan afgelopen week. En uiteraard verplicht mijn professie mij de herdenking bij te wonen. Maar ik heb er nu ook echt wat te zoeken. Inmiddels heb ik kennis gemaakt met menige nabestaande; ben bij hun thuis geweest in Paramaribo, heb hun verdriet en verschrikking journalistiek menigmaal opgetekend en ze hebben me ook geïnspireerd een steentje bij te dragen aan recht, waarheid en gerechtigheid.



Wat mij altijd bij zal blijven zijn de woorden van de toen al hoogbejaarde moeder van de vermoorde Kenneth Gonçalves, deken van de Orde van Advocaten. Ze zei tegen me: “Het enige wat ik wil weten van Bouterse, is wat ik hem heb aangedaan dat ik dit mijn graf in moet meenemen.” Vader Gonçalves is inmiddels overleden. Als mensen zulke diepe emoties met je delen, worden ze net als familieleden voor je. Het maakt mij niet uit hoe rationeel of plausibel argumenten ook klinken om 1982 ‘achter ons te laten’; je beseft dat geen enkele moord onberecht kan en mag blijven. Gewoon simpel: verplaats je in een ander en stel voor dat het jouw geliefde vader was: dat verjaart toch nooit voor je gevoel!



Maar ook de woorden van de uitgeweken weduwe Lilian Gonçalves hadden mij eerder doen beseffen dat een proces móest komen. Tijdens die hele discussie over ‘vergeven en vergeten’, zei Lilian al jaren voor mijn remigratie: “Als je wil dat ik je vergeef dan moet je op zijn minst toegeven dat je me pijn hebt gedaan.” Je moet wel een kille kikker zijn als dergelijke woorden je niet raken. De roep om gerechtigheid heeft dus niets met rancune of verbittering te maken. De nabestaanden willen verschoning van hun geliefde slachtoffers - die niet meer voor zichzelf kunnen opkomen – en worstelen allemaal met dé hamvraag: ‘Wat heeft mijn man, vader, zoon, broer dan wel oom gedaan dat hij is vermoord?’



En ach, bij menige nabestaande bespeur je dat het niet eens meer om die totale ‘waarheid’ gaat – die valt waarschijnlijk toch niet meer geheel te achterhalen – of wie nou precies welke trekker en hoeveel keer heeft overgehaald. Als daders of doenplegers hadden gezegd: ‘Wat er ook is gebeurd, wat wij hebben gedaan had nooit mogen gebeuren’, dan zou er allang verzoening en berusting zijn. En dat maakt die ‘Decembergebeurtenissen’ – de politiek correcte benaming – zo verdomd verdacht. Waarom kan Bouterse niet zo’n uitspraak doen? Is het domme trots of waren de (meeste) slachtoffers inderdaad zo onschuldig dat je dat gewoon uit diepe schaamte niet kan toegeven? In het laatste geval wordt dat natuurlijk steeds moeilijker na een kwart eeuw van podiumretoriek. In elk geval heeft Gods Bazuin, een volle-evangelische stroming in Suriname, het oom Desi vergeven en daarmee is voor haar de kous afgedaan. Maar ja: één kous schiet ook niet echt op.



Ik realiseerde me ook dat het eigenlijk voor het eerst was – in al die decennia dat ik Amsterdammer ben – dat ik de Mozes en Aäronkerk betrad. Althans, voor zover ik me dat kan herinneren. Wauw, wat een adembenemend gebouw! Een barok altaar dat reeds uit de zestiende eeuw dateert en ooit onderdeel was van de zogenoemde ‘Schuilkerk’ waar rooms-katholieken onderdoken na de opgekomen protestantse storm! Het is zo’n type kerk waarvan je denkt dat je dat alleen in Zuid-Europese steden aantreft zoals Florence, Rome of Nice. Het interieur is een ware storm aan beelden en sculpturen. Je krijgt bijna het gevoel dat er een verhuizing gaande is en dat alle spullen alvast in het middenschip zijn geplaatst om elk moment verkast te worden. En dan die veertien enorme gebeeldhouwde (ooit voor alle rk-kerken verplichte) kruiswegstaties die de lijdensweg van Christus voorstellen.



Nee, als je dan toch moet rouwen, herdenken en bezinnen en de Mozes en Aäronkerk biedt daarvoor van meet af aan onderdak en een podium, dan mag je je alsnog gezegend prijzen als gemeenschap. Een betere ambiance in dit geval is er niet. Tijdens de plechtige herdenking besefte ik te meer dat Surinamers een prominente gemeenschap vormen in Nederland. Op de schaal van wereldellende mag Suriname zich ook gelukkig prijzen met de (ex-koloniale) relatie met Nederland. Hoeveel kleine derdewereldlanden worden wel niet verteerd door onrecht, onderdrukking, vertrapping van mensenrechten en bittere armoede zonder dat de wereld maar enige aandacht aan schenkt? Tenzij er toevallig een BBC-cameraploeg, ingegeven door komkommertijd, eens in de tien jaar langskomt.



Wat dat betreft moet het internationaal benijdenswaardig zijn de prominente aandacht die Suriname geniet via de Nederlandse media. Het is een achterhaalde gedachte wie er hier ‘neokolonialisme’ achter zoekt. Tuurlijk toegegeven, dat Nederlandse vingertje is weleens irritant. Maar ik vind het hartverwarmend dat elk belangrijk medium – tot aan Nova toe – een eigen ploeg naar Paramaribo heeft gestuurd om de eerste dag van het Decemberproces mee te maken, ook al weet iedereen dat er toch niets spannends gaat/kan gebeuren. Wat was er van ons Suriname gekomen als die priemende Nederlandse mediaogen niet op haar waren gericht? We zullen het nooit weten. Feit blijft: Suriname is onafscheidelijk onderdeel van het Nederlandse lokale dorpsnieuws. Dat mag van mij tot de voleinding zo blijven.



Wat de sprekers te berde brachten:


Nirmala Rambocus:
“Bang kuiken Bouterse. You are chicken, a real chicken. Waar was je op vrijdag 30 november jongstleden? Je dokt, kom tevoorschijn!”




Gerard Spong:
“We weten precies hoeveel keer is geschoten, door wie en hoeveel kogels in de slachtoffers zijn gekomen.” Over ‘rechter’ Bouterse : “Beneveld door de alcohol velde hij het oordeel.”


Kathleen Ferrier:
“Suriname toont lef aan de wereld dat het nu weer een rechtsstaat is.”




Alexander Pechtold:
“De Decembermoorden zijn tot nu toe een stukje geschiedenis in de onvoltooid verleden tijd. Dankzij het proces wordt zo een jonge democratie volwassen in de voltooid tegenwoordige tijd.”


Cor Bon,
directeur Mozes en Aäronkerk:

“De gestage druppel holt de hardste steen uit. Felicitaties aan u de volharders.”




John Leerdam:
“We herdenken ook de tientallen, mogelijk honderden andere slachtoffers van de junta van Bouterse.”



Joyce Rahman:

“Je voelde de angst die over heel Paramaribo hing. Het werd erger toen Jozef Slagveer ’s avond op de televisie verscheen. Geen mens geloofde het verhaal over de tegencouppoging. Slagveer zag er gehavend uit en angstig.”


Henry Does (Theo Para):
Surinamers zijn hun naïviteit kwijt. Zij verwachten de waarheid niet te horen van diegene die publiekelijk loog dat de slachtoffers ‘op de vlucht zijn neergeschoten’, of die aan eigen aanhang valse alibiverhalen vertelde, of de schuld in de schoenen van zijn overleden kameraden trachtte te schuiven.




Pascale Behr:
“Gemarteld, vermoord en nog steeds springlevend.”

Lees: volledige lezing


Dominee Rudy Polanen:
“Herinneren is de afgebroken droom toch door te dromen. Als middel om herhaling te voorkomen.”




Ga voor meer historisch besef naar:
Kennisaanval: -"Revolutie in Suriname - Beelden van Hoop en Protest"










Google