zondag 22 april 2007

Het Stromen van Marcel Pinas


'Bij mij is het altijd win-win'

AMSTERDAM - “Ik wil een bijdrage leveren aan het behouden van de cultuur van de Marrons. Dat vind ik heel belangrijk”, motiveert Marcel Pinas zijn inzet voor het kunstproject ‘Stromen’. Het staat voor ‘ontwikkeling en vooruitgang’. Pinas was de afgelopen zes weken de ‘basja’ – aldus Joan Buitendorp van Galerie Nola Hatterman – van een workshop met veertig deelnemers. “Een mix van uiteenlopende mensen”, beschrijft hij de groep. “Mensen die meer willen weten over de kunst van de Marrons. Ik heb ook willen tonen dat kunst dichter bij je staat dan je denkt.”

Zaterdagmiddag was Pinas het middelpunt van de opening van de tentoonstelling van de werken van de deelnemers, in Vereniging Ons Suriname. Ook werd een nieuwe installatie van hem onthuld. Als uitgangspunt gold de motieven en het afakaschrift van de Marrons, ingevuld door de deelnemers ‘naar eigen inzicht’. Het is een al zonnigheid, fleurigheid en opgewektheid aan kleuren en composities.
Een ander opvallend deel van de tentoonstelling zijn de door Pinas kunstig bewerkte schoolbanken. “Het doet pijn als je kijkt naar de kansen van jongeren in het binnenland”, zegt hij. “Op deze wijze praat ik voor ze. Dat ze recht hebben op aangepast onderwijs, een goed leefmilieu en een behoorlijke infrastructuur.”

Ook is er zijn veel geroemde installatie van lepels. Vervaardigd in Paramaribo en tentoongesteld in Parijs tijdens de jaarlijkse expo Latitude van kunstwerken uit Franse overzeese gebieden en hun omringende landen. Pinas vertegenwoordigde Suriname als buurland van Frans-Guyana.
De marroncultuur is bovenal ook een eetcultuur. En om dat luister bij te zetten, werden lepels vroeger volop gedecoreerd. Maar deze traditie dreigt verloren te gaan. “En dat heb ik op een kunstzinnige manier willen uitdragen”, licht Pinas toe. De lepels heeft hij niet zelf vervaardigd maar betrokken bij een importeur. “Maar het inkerven van de lepels en boren van al die gaten heeft een lánge tijd geduurd”, verzekert hij.

Pinas, die internationaal hard op weg is een boegbeeld te worden van de Surinaamse beeldende kunst, is sinds januari in Nederland voor twee jaartjes. Hij keert voor zeker terug. “Ik wil Suriname opbouwen. In Marowijne is het aantal drop-outs onder jongeren groot. Velen hebben een bepaald talent die ontdekt moet worden en uitgebouwd. Alleen op deze wijze kunnen we de trek naar de stad en daarmee toename van criminaliteit tegengaan. Ik ben hier vooral om mezelf te upgraden.”
Hé, maar heeft hij niet zojuist zelf kennis overgedragen? “Maar daar praat ik ook over; het is bij mij altijd een win-winsituatie.”

* * *


Edsel Juliet en Runny Margarita zorgden voor een sfeervolle muzikale intermezzo. Daarvoor hield Joan Buitendorp van Galerie Nola Hatterman haar openingspeech. Op de voorste rij gezeten eregast Jan Hoekema, zeg maar de 'kunstambassadeur' van het ministerie van Buitenlandse Zaken - lekker baantje dus. Naast hem journalist Ellen de Vries en antropoloog Silvia de Groot - toch ook wel twee lekkere baantjes.



Daarna was het de beurt aan dansgroep Sangafi. Kort en spetterend! Het gemeleerd publiek hield daarbij de adem in. Of luisteren ze hier betoverd naar Juliet en Margarita?

In elk geval was de jongste belangstellende Sade, tien maandjes "oud". Zeg maar een dWT-nazaatje.

Ronald Snijders maakte ondertussen gewiekst gebruik van de rust in de hal om even zijn inwendige mens te vermaken. Efficiënte jongens, die dwarsfluitters!

En dan was er de tentoonstelling, letterlijk geopend door Hoekema met sleutel in deurslot, waaraan het publiek zich kon vergapen.

Aanvankelijk was er aarzeling hoe men zich moest opstellen binnen deze tentoonstelling. Maar al gauw was er sprake van interactieve kunst en wandelde men vrolijk overal doorheen!

Bovenstaande foto verbeeldt wat mij betreft de win-win-situatie waarover Pinas het heeft. Lachend staat hij met Hoekema bij zijn onthulde installatie, buiten aan de kade. Links staat David Abiamofo, vertegenwoordiger van de Surinaamse ambassade. Het geheel wordt ingeklemd door een oer-Hollandse molen en de oer-Surinaamse Fakatiki van Pinas. Maar ook Heineken mag meelachen, want zojuist (links) heeft Hoekema een royaal plengoffer gebracht. Is daarmee toch alweer een deel van die fikse Brusselse bierboete binnen. Als Hoekema nou maar geen geesten uit de fles heeft gelaten die hij niet kan bezweren. Sterke vrouw Willy Esajas kijkt goedkeurend maar op veilige afstand toe.

Orsine Walden (over een maand jarig!) heet u welkom in Galerie Nola Hatterman, gevestigd in het Hugo Olijfveldhuis, Zeeburgerdijk 19A te Amsterdam. De tentoonstelling duurt t/m 1 juli. Info: galerie@veronsur.org of www.veronsur.org

vrijdag 6 april 2007

Obrechtkerk Passieconcert


Voor onze zonden

AMSTERDAM - Hoewel ik altijd overtuigd christen was, wees ik resoluut de stelling van de hand dat Christus is gestorven “voor onze zonden”. Niet zozeer vanwege ongeloof, maar omdat ik vond dat je daarmee alle verantwoordelijkheid buiten jezelf plaatst. “Hoe kan iemand die al tweeduizend jaar eerder geleefd heeft, dat doen voor zonden die ik nu pleeg?” wierp ik tegen. Oef. Hoe naïef en eigenlijk ook simplistisch. Ik weet nu wel beter. Sinds enkele maanden. Daarom was het dit jaar voor het eerst, toen ik de aankondiging las van het Passieconcert in de Obrechtkerk op Goede Vrijdag, dat ik tegen mezelf zei: “Ik ga stilstaan bij het lijden van Christus.” Want inmiddels ben ik Hem dankbaar dat hij heeft geleden voor mijn zonden. En het zijn er een hele hoop. Alleen die van mij al. Als je er zelf voor moet boeten, dat overleeft geen mens.

Velen worden na een traumatische gebeurtenis – bijvoorbeeld een bijna-doodervaring – gelovig. Ik ben met zékerheid gaan geloven. Besef ik me nu steeds meer. Dus ik geloofde al, maar dat was aangeleerd, aangepraat. Maar goed, daar begint het mee. Niet voor niets zei Christus: “Zalig zij, die niet gezien hebben en toch geloven.”

Na verdieping ben ik mijn levenslange dwaling gaan inzien. Christus kwam in zijn tijd om de mensheid te redden. En dat is de overwinning, die wij geërfd hebben. Satan dacht met het verraad van Judas dat hij Christus had uitgeschakeld. Maar dat was nou juist het verfijnd plan. Christus móest heengaan zonder enige zonde, anders was het reddingsplan mislukt. ["Ik zal deze tempel, die met handen gemaakt is, afbreken, en binnen drie dagen een andere, niet met handen gemaakt, bouwen."]


Hierin moeten wij Hem volgen. Alleen hoeven wij die lijdensweg en kruisiging niet te ondergaan; dat heeft Hij al voor ons gedaan. Het enige wat God van ons verlangt, is dat wij ons bekeren. ‘Welzalig degene die niet wandelt in de raad der goddelozen, die niet staat op de weg der zondaars, noch zit in de kring der spotters.’

Maar let wel. Bekering en verworven inzicht brengen een nog grotere verantwoordelijkheid met zich mee. Want daarover zei Christus: “Van een ieder die veel gegeven is, zal veel geëist worden, en aan wie veel is toevertrouwd, van hem zal des te meer worden gevraagd.” Dus meer rekenschap. Dus ook al zou ik nog drugs lusten; ik heb ingezien dat het kiezen is voor de brede weg van verleiding. Dus ik weet beter. "Het is u beter maar één oog hebbende het Koninkrijk Gods in te gaan, dan twee ogen hebbende in het helse vuur geworpen te worden." Ik ben een gewaarschuwd mens!





Dit is de Obrechtkerk, gezien vanuit de Palestrinastraat, waar het Passieconcert werd gehouden. In dit straatje heb ik ook ruim een jaartje gewoond bij mijn goede vrienden Fenny en Hans. Achter de kerk ligt de Valeriusstraat, waar ik ben opgegroeid vanaf mijn vijftiende en mijn huidig adres. Toen de kerk er niet was, heb ik begrepen, was de Palestrinastraat ook onderdeel van de Valeriusstraat.



Er was veel interesse voor de programmaboekjes. De kerk liep bij lange na niet vol, maar er was sprake van goede belangstelling. Het aantal aanwezigen maakte de sfeer besloten en intiem.




Prachtig deze nis, waar het einde van Christus' lijdensweg is uitgebeeld. Nu ik vrijwel dagelijks in het Nieuwe Testament lees, spreekt het mij ineens veel meer aan.



Indrukwekkend dat de kerk van binnnen ook in de stellages staat. Het geeft de bijeenkomst een extra beladenheid. We herdenken Hem die ons leven schraagt.
En wat een akoestiek. De stemtrillingen van het koor gingen direct naar het hart van de luisteraar. Ik had helaas niet mijn programmaboekje bij me. Dus ik kon niet precies bijhouden, wannneer nou welk stuk werd gezongen. Op mijn sokken sloop ik door de kerk om vooral geen geluid te maken. En tot opluchting van de vrouw van dirigent Kees de Wijs zonder flitsen.


Vooral deze solist was indrukwekkend. Volgens dirigent De Wijs ging het om het stuk 'Missa pro Defunctis' (Requiem). Aangezien hij de solist was met de zwaarste stem, hou ik het erop dat hij bas zong. Maar het gehele koor zong arresterend.


Zoals gezegd: de alts en sopranen deden niet ten onder voor de tenoren en bassen. Nou weet ik niet of je dit zo kan zeggen. In elk geval: de vrouwenstemmen gingen ook door merg en been.


Hoewel ik morgen veel te doen heb, best onder stres sta en ook nog geplaagd word door een griepvirusje, geloof ik dat het allemaal wel zal lukken. Ik heb gevonden wat ik dacht te vinden in de Obrechtkerk: kracht, inspiratie en nog meer geloof.









Google