donderdag 22 maart 2007

“Mijn moeder wilde haar eigen beeld”

Eddy Wijngaarde deelt met ons een stukje 'persoonlijk'
nalatenschap van zijn moeder

Over engeltjes gesproken. Er komt eergisteren een e-mailtje binnenfloepen. ‘Door het overlijden van de moeder van Eddy Wijngaarde … heb je er wat aan?’ Meer staat er niet. Nee, zo en op dat moment heb ik er niets aan! Het is half acht ’s avonds, lokale tijd. O, wacht even; het is vier uur vroeger in Suriname. Dus kan ik toch pogen Eddy te traceren. Ik pleeg een telefoontje dat qua gespreksduur ook de Surinaamse tijd opslokt. Ik heb dan nog slechts zijn e-mailadres. Laat ook maar. Ik kende Eddy’s moeder toch niet. Maar ergens schrijnt het journalistieke gevoel. Los van dat Eddy natuurlijk Eddy is, is hij ook – en daarmee zijn moeder – een prominente ‘nabestaande’. Iets wat we zo langzamerhand allemaal aan het worden zijn. Immers voor ons Suriname geldt: terwijl het gras groeit, sterft het paard. In veel opzichten. Terwijl gerechtigheid uitblijft, sterven de nabestaanden. Ondertussen is het: “Is die man er nog?”

Dat is het ‘enige’ wat moeder Wijngaarde zei naar aanleiding van de gewelddadige dood van haar zoon Frank en veertien anderen in december 1982, in bloody Fort Zeelandia te Paramaribo, waarvoor “die man” zich verschuilt achter ‘politieke verantwoordelijkheid’.
“Het was voor haar onbespreekbaar”, vertelt Eddy mij twee dagen later – donderdag – in het stijlvolle Dauphine in Amsterdam. We draaien uitsluitend op Coke – cola wel te verstaan. “Het was een enorme schok voor haar geweest, maar ze heeft het verdriet voor zichzelf gehouden.”

Ik kwam Eddy woensdag per toeval tegen op Schiphol, waar hij een delegatie opwachtte van het Surinaamse jeugdjournaal ’10 Minuten’. Hoewel toeval in zulke situaties niet bestaat. En natuurlijk: zijn moeder woonde in Nederland! We moeten namelijk niet alleen jaarlijks stilstaan op 8 december, maar ook elke keer als een nabestaande ons komt te ontvallen. Juist dan! Dan wordt het allemaal weer menselijker. Anders is het alleen maar een datum en een aantal.

De dood van Eddy’s moeder voert mij terug naar de woorden die de inmiddels ook stokoude moeder Gonçalves in Paramaribo ooit tegen mij zei: “Het enige wat ik van Bouterse wil weten, is: wat heb ik hem aangedaan dat ik dit verdriet mijn graf in mee moet nemen?” Wat mij betreft: dé hamvraag tijdens het ‘hangende’ strafproces. Of zoals weduwe Lilian Gonçalves-Ho Kang You zei over verzoening: “Als je wil dat ik je vergeef, dan zal op je op zijn minst moeten toegeven dat je mij pijn hebt gedaan.” En dat is beslist van een heel andere orde dan ‘verontschuldigingen’ aanbieden. Nota bene vanachter een microfoon, ten over stane van ‘onnozele’ scholieren!

Hoewel ik haar nooit heb ontmoet, heb ik altijd met haar meegevoeld. Geen ingewikkeld interview, geen ingewikkelde vragen. Zo wil ik stilstaan bij het heengaan van Moeder Wijngaarde. Ja, met een hoofdletter. Ze werd 99! Ze zou 10 juli honderd geworden zijn – drie dagen na mijn verjaardag. Nou ja, ‘zou’. Twee negens heeft ook iets van een goddelijke afronding. “Het is een vorm van eeuwig leven”, zegt Eddy vol berusting. “Natuurlijk beleef ik ook de andere gevoelens, want ze was ook gewoon mijn moeder. Maar ze heeft het voor zo’n lang leven redelijk goed gehad, zowel fysiek als geestelijk.”

Mooi, dat heeft die tiran haar in elk geval niet kunnen afnemen. Maar je kind; dat is toch heel wat. Daarom was het ook háár verdriet, dat ze koesterde. Blijkt. “Drie jaar geleden heb ik bij haar een boek gevonden over de decembermoorden”, vertelt Eddy. “Uit 1983; het is het verhaal van sergeant Horb voordat hij zelfmoord pleegde. Althans, volgens de officiële lezing. En in het boek stond aangetekend: ‘Gelezen in mei 2000 – bewust niet eerder’.”

Dat is achttien jaar na dato en in dat jaar werd de verjaring van de decembermoorden gestuit. Eddy verklaart: “Mijn moeder wilde een eigen beeld hebben van wat er is gebeurd met haar zoon. En in dat boek staan heel wat gruwelijke details. Het boek is in vele Surinaamse kasten verborgen. Een student vertelde dat zij een exemplaar vond in de boekenkast van haar moeder, helemaal verpakt in perkament. Het was lange tijd verboden stof.”

Kleinzoon Micha schuift even later aan. Het heengaan van zijn oma associeerde hij niet als eerste met de moord op zijn oom Frank.
“Ik was toen pas tien. Maar twee kinderen van je weg moeten dragen; dat gun je niemand.”


Hier eindigt wat Eddy betreft het gesprek over zijn moeder. Van dat boek vindt hij eigenlijk ‘te persoonlijk’. Ik wist dat hij iets bijzonders met ons te delen had. Daarom wilde ik iets met dat e-mailtje. Alleen wist ik nog niet wat, maar ik voelde het. Moeder Wijngaarde, een moeder der moeders, vaarwel! Gerechtigheid zit in onze harten en daar kan niemand eraan komen, behalve jijzelf.

Moeder Wijngaarde overleed woensdag 14 maart en werd maandag 19 maart gecremeerd

U kunt een moment stilstaan op:
www.decembermoorden.com










Google